woensdag 12 februari 2014

All is quiet on New Year's Day*

Mijn afkeer voor kerstmis is ondertussen al goed gekend denk ik.

Mijn haat jegens nieuwjaar daarentegen overstijgt die voor kerstmis nog heel wat. Want zeg nu zelf, is er een moment op het jaar dat zwaarder overroepen en gehypet wordt dan nieuwjaar?

Ahja juist, Valentijn.

Soit, het jaarlijks georkestreerde non-event dat de overgang van een "oud" naar een "nieuw" jaar bepaald, daar gaat het hier nu over.

En ja, het is een non-event. De enige mensen die volgens mij al die flauwekul rond het nieuwe jaar nog meer haten dan mij zijn boekhouders. Want ja, alle mensen willen tegelijkertijd hun boekjaar afsluiten zodat het mooi samenvalt met het kalenderjaar. Daarom, als ge ooit zinnens zoudt zijn om een eigen firma op te richten, neem dan een boekjaar "te paard". Uwe boekhouder zal u er alvast dankbaar voor zijn.

Na deze boodschap van algemeen nut gaan we dus eventjes terug in de tijd, naar 31 december.

Maar eerst nog wat verder terug.

Het kon al niet veel slechter beginnen voor mij. Op 20 november stuurde onze Sportief Directeur een uitnodiging rond met de vraag "Hebben jullie allemaal geen zin om voor de eerste keer eens gelijk NY te vieren?"
 
Toen ik die vraag las had ik gegeten en gedronken.

Serieus. Welke idioot is er ooit mee begonnen met nieuwjaar NY te noemen? Of nog erger NYE? Als we het al zouden gebruiken als afkorting, dan is NY = New York en daarmee basta.

Nadat ik onze Sportief Directeur erop gewezen had dat alleen loesers, janetten en hipsters NY zeggen begreep hij mijn punt. En refereerde er voortaan aan als "nj". Ok even belachelijk maar toch al iets minder onnozel als NY en tenminste een stuk origineler.

Maar nu die flauwiteit uit de weg was gingen we over tot de praktische planning. De vrouwen zouden voor de aperitief en het voorgerecht zorgen, de mannen voor het hoofdgerecht en dessert. En om het spannend te houden zouden we niet van elkaar weten wat we voorgeschoteld zouden krijgen.

Mijn eerste voorstel was parelhoen. Dit werd echter onmiddellijk afgeschoten.

Het voorstel, niet het dier in kwestie.

"Das gewoon een duur kiek" was de reactie van een culinair barbaar, door ons beter gekend als onze Sportief Directeur.

Waarna er nog honderd-en-een andere voorstellen uit mijn hoed werden getoverd, die even goed afgeschoten werden. Om dan tot de vaststelling te komen dat parelhoen eigenlijk nog niet zo'n slecht idee was.

Een bende kleuters was er niets tegen.

Maar kom, we waren er toch uit geraakt. Bijna dan toch.

Twee seconden na het besluit parelhoen te nemen, was er opnieuw discussie met de Sportief Directeur!

"Filets zijn feestelijker."
"Filets hebben minder smaak."

Gevolg: twee ganse parelhoenen gekocht, die dan maar uitgebeend zodat we filets hadden voor de Sportief Directeur en al het andere lekkers voor de Ondervoorzitter en mezelf. Tijdens het uitbenen kwam de Sportief Directeur vol bewondering naar mijn snijkunsten kijken.

"Gij hebt dat precies al vaker gedaan."
"Nope, dit is mijn eerste keer."
"Euhm, hoe weet gij hoe ge dat moet doen?"
"Piet Huysentruyt" was mijn magische antwoord waarbij de Onderdirecteur bevestigend knikte. Hij had die aflevering precies ook gezien. Echter, gezien zijn bedenkelijke voorgeschiedenis met messen vertrouwen we hem alleen maar in de buurt van lepels.

Waarop de Sportief Directeur toch nog eventjes de volgende ongepaste opmerking moest geven: "Seg, al dat vet moet der niet aan blijven hangen he!".

Zucht.

"Vet geeft smaak, Sportief Directeur."

Maar kom, ik ken zijn aversie voor vet ondertussen maar al te goed, dus trimde ik het vet mooi van de parelhoen af. En zodra hij zich omdraaide gooide ik het bij de rest van het vlees zodat het straks toch maar mooi mee in de pan kon. Wat niet weet, niet deert zeg ik maar. 

Hij zal mij er later nog dankbaar voor zijn.

Bon, wat bleek na de maaltijd. De 4 filets waren opgegeten - uiteraard, elk ene dat was de moeite nu ook niet - maar ook de 4 billen en een goed deel van de vleugeltjes en dijen waren opgegeten. Dat kon dus niet enkel aan de Ondervoorzitter en mezelf te wijten zijn zou ik durven denken.

Conclusie: de ganse parelhoen had het gehaald van de filets.

Discussie gesloten.

*U2 niet vergeten.

dinsdag 11 februari 2014

When in Vilvoorde, do as the Vilvoordenaars do*

De naam van mijne blog is niet zomaar gekozen. De inwoners van Vilvoorde worden Pjeirefretters genoemd, op het rond punt aan de kerk staat er een beeld van een paard waar dat stukken uit zijn en ikzelf eet ook maar al te graag eens een stukje paard.

Als ik maar een kleine honger heb, is het meestal pony.

En bij deze ook al een bekentenis. Van de paar jaar dat ik ondertussen in Vilvoorde woon ben ik nog nooit bij De Kuiper gaan eten. Een schande, ik weet het. Voor de leken onder jullie, De Kuiper is een monument in Vilvoorde en ver daarbuiten en staat bekend om zijn paardenvlees.

Een paar maanden geleden kwam Friedje bij mij op bezoek en had ik mij voorgenomen om er eens op zijn kosten te gaan eten, maar ik had mij van straat vergist en zo waren we dus in Pur Horse House terechtgekomen. Ook niet te versmaden, daar niet van, maar mentaal was ik al volledig ingesteld op De Kuiper, in die mate zelfs dat het stilaan mythische proporties begon aan te nemen.

Nu, donderdag had ik weer eens zin in paard en ging ik dus de supermarkt binnen om mij van een stukje te voorzien voor die avond. Ik kwam buiten en stapte door de regen naar huis, zonder paraplu. Schrik dat mijn haren nat zouden worden moet ik toch al lang niet meer hebben.

En onderweg naar huis ging mijne gsm ineens af. Mijn Broer passeerde in de buurt en vroeg of ik geen zin had om samen naar De Kuiper te gaan. Nu hoor ik jullie al hardop denken: ge hadt dus juist zin in paard, ge hadt juist paard gekocht en juist op dat moment belt uw Broer u om te vragen om paard te gaan eten?

Maar Tristan, die link dat gij en uw Broer hebt, dat is gewoonweg telepathie!

Sorry boomknuffelaars, dat is maar telefonie.

Nu kwestie van De Kuiper zelf: voor ne blote donderdag te zijn zat de zaak goed vol, wat altijd een goed teken is. Broer en ik moesten zelfs nog eventjes wachten tot er een plaats zou vrijkomen. Ook kwestie van inkleding was het wel wat speciaal. Het heeft zo wat weg van een bruine kroeg of een voetbalkantine ergens te lande in vierde provenciale. Zitbanken, hout tegen de muren, maar er hing wel een zeer gemoedelijk sfeertje.

Alleen jammer van het gezelschap.

*Een klassieker van Beavis and Butt-head, totaal naast de kwestie.